Stijgende terugleverkosten maken zonnepanelen steeds minder interessant

Zonnepanelen waren jarenlang een slimme investering. Je bespaarde op je energierekening, droeg bij aan een beter milieu en na een jaar of zeven had je de kosten er vaak al uit. Maar de laatste tijd lijkt die rekensom een stuk minder gunstig. De terugleverkosten die energieleveranciers in rekening brengen zijn flink gestegen en dat zet de voordelen van zonnepanelen onder druk. Wat is er aan de hand en loont het nog wel om in zonnepanelen te investeren?

De kosten voor het terugleveren van zonnestroom aan het net zijn in een jaar tijd met wel 44 procent gestegen, meldt recent onderzoek. Dat is een forse toename, zeker als je bedenkt dat die kosten al een paar jaar geleden werden ingevoerd door leveranciers zoals Vandebron en Budget Energie. Het begon als een manier om de hoge kosten van de salderingsregeling te compenseren, maar inmiddels betalen bijna alle huishoudens met zonnepanelen extra als ze stroom terugleveren. Dat bedrag loopt op naarmate je meer teruglevert, en dat voel je in je portemonnee. Voor een gemiddeld huishouden met tien zonnepanelen kan het om honderden euro’s per jaar gaan.

Waarom die stijging?

De reden achter deze kostenstijging is simpel: het elektriciteitsnet raakt overbelast. Op zonnige dagen wekken al die zonnepanelen samen enorm veel stroom op, vaak meer dan huishoudens zelf gebruiken. Dat overschot gaat terug het net op, maar de vraag naar stroom is dan vaak laag. Energieleveranciers krijgen die stroom niet altijd goed verkocht en moeten soms zelfs betalen om ervan af te komen. Die kosten rekenen ze door aan klanten met zonnepanelen. En met de salderingsregeling - waarmee je teruggeleverde stroom mag wegstrepen tegen je verbruik - nog steeds van kracht, blijven hun kosten hoog. Het resultaat? Terugleverkosten die steeds verder oplopen.

Vanaf 2027 wordt het nog lastiger. Dan verdwijnt de salderingsregeling definitief en krijg je alleen nog een vergoeding voor de stroom die je teruglevert. Die vergoeding ligt vaak lager dan wat je nu via salderen bespaart en als de terugleverkosten blijven, kan dat betekenen dat je netto zelfs geld toelegt op je zonnestroom. Hoeveel je precies overhoudt, hangt af van je leverancier en je contract, maar experts waarschuwen dat het financiële voordeel van zonnepanelen flink kan slinken.

Wat kun je doen?

Toch zijn er manieren om de schade te beperken. Het begint met je eigen verbruik. Hoe meer stroom je direct zelf gebruikt, hoe minder je teruglevert en hoe lager je kosten. Denk aan het aanzetten van de wasmachine of het opladen van je elektrische auto als de zon schijnt. Een andere optie is een thuisbatterij, al zijn die nog prijzig en niet altijd rendabel. Je kunt ook overstappen naar een dynamisch energiecontract waarbij je geen vaste terugleverkosten betaalt, maar een vergoeding krijgt gebaseerd op de marktprijs. Dat kan voordelig zijn, zeker als je je verbruik slim afstemt op de goedkope uren.

Toch blijft het een puzzel. De terugverdientijd van zonnepanelen, vroeger zo’n 7 tot 8 jaar, schuift door deze kosten steeds verder op. En hoewel de panelen zelf goedkoper zijn geworden, maken de stijgende terugleverkosten het totaalplaatje minder rooskleurig. Voor wie nu nog twijfelt over zonnepanelen, is het slim om goed te rekenen en contracten te vergelijken. Want hoewel ze nog steeds voordelen bieden, zoals een lagere energierekening en een hogere woningwaarde, wordt het steeds lastiger om ze financieel echt interessant te houden. Het lijkt erop dat de gouden jaren van zonnepanelen langzaam achter ons liggen.