Is de thuisbatterij een oplossing tegen stijgende terugleverkosten?
De energiemarkt is in beweging, en dat voel je als je zonnepanelen hebt. Terugleverkosten, die je betaalt om overtollige stroom aan het net te leveren, zijn de afgelopen jaren flink gestegen. Dat komt vooral door de salderingsregeling: leveranciers moeten nu nog jouw teruggeleverde stroom tegen hetzelfde tarief vergoeden als wat je betaalt, maar dat stopt in 2027. Sommige leveranciers betalen al bijna niets meer voor die stroom, terwijl ze wel extra kosten in rekening brengen. Geen wonder dat veel mensen een thuisbatterij overwegen. Maar is dat wel zo’n goed idee?
Hoe werkt het?
Met een thuisbatterij sla je de stroom op die je panelen overdag opwekken. In plaats van die energie terug te leveren voor een lage vergoeding, of er zelfs voor te betalen, gebruik je de stroom later zelf, bijvoorbeeld als het donker is en de zonnepanelen uitgezet worden. Dat klinkt slim, zeker nu sommige leveranciers zoals Vandebron en Budget Energie nog maar een paar cent per kilowattuur geven en daarbovenop terugleverkosten rekenen. Zo’n batterij kan je minder afhankelijk maken van het net en je kosten drukken. Maar er zit een flinke maar aan: de prijs. Een batterij kost makkelijk 4.000 tot 10.000 euro, en er is geen garantie dat je dat snel terugverdient.
Wat levert het op?
Hoe lang het duurt voordat je quitte speelt, hangt af van een paar dingen. Hoeveel stroom wek je op? Hoeveel gebruik je zelf? En wat rekent je leverancier aan kosten en vergoedingen? Als je veel overdag thuis bent en je apparaten slim gebruikt, kan een batterij wat opleveren. Maar bij een klein huishouden met weinig overproductie kan het wel tien jaar duren, of zelfs nog langer. In Nederland zijn er voor thuisbatterijen nog geen subsidies, terwijl ze in Duitsland en België wel bestaan. Er wordt al jaren over gepraat omdat het niet alleen huishoudens helpt, maar ook het elektriciteitsnet ontlast. Maar zolang de subsidie er niet is, blijft het een dure oplossing.
Waar moet je op letten?
Niet elke batterij past bij elk huis. Een groot gezin met veel verbruik heeft een flinke capaciteit nodig, maar een te grote batterij voor een klein huishouden is zonde van het geld. Batterijen gaan ook niet eeuwig mee; na een jaar of tien tot vijftien begint de capaciteit te slijten. En je hebt onderhoudskosten. Dan is er nog iets: niet alle aanbieders zijn even betrouwbaar. Er gaan verhalen rond over goedkope batterijen die slecht werken of zelfs onveilig zijn. Dus als je dit overweegt, zoek goed uit waar je je spullen haalt en trap niet in te mooie beloftes.
Zijn er andere opties?
Je kunt ook kijken naar een dynamisch energiecontract. Dan betaal je geen terugleverkosten, maar krijg je de marktprijs van dat moment. Met een batterij kun je daar slim op inspelen: stroom opslaan als de prijs laag is en gebruiken of verkopen als die hoger is. Maar dat vraagt wel wat werk en inzicht in hoe de markt werkt. Voor de meeste mensen is dat te veel gedoe.
Een thuisbatterij kan dus helpen om minder last te hebben van die stijgende kosten, maar het is geen wondermiddel. De prijs is hoog, subsidies ontbreken (nog) en je verdient het bedrag niet zomaar terug. Het werkt vooral als je veel stroom opwekt en goed plant hoe je die gebruikt. Maar voor de meeste huishoudens is het nu nog een te forse investering met een onzekere opbrengst. Wie het overweegt, moet eerst goed rekenen en niet zomaar wat kopen. Want hoe populair de batterij ook wordt, het is nog geen makkelijke oplossing voor iedereen.